Leven
Marc De Bel is geboren in Kruishoutem, dat hij in zijn boeken omdoopt tot ‘Kruisem’. Hij geeft 20 jaar lang les in het vierde leerjaar. Daar voorziet hij zijn klas elke week van een nieuw verhaal dat hij zelf bedenkt. Omdat zijn leerlingen zo enthousiast zijn, besluit hij zijn verhalen te bundelen en op te sturen naar uitgeverij Infodok. Die publiceert het als Het ei van oom Trotter. Hij gaat zich toeleggen op schrijven en maakt er vanaf 1994 zijn voltijdse job van.
“Ik babbel veel liever met kinderen dan met volwassenen. Dat komt waarschijnlijk omdat ik, sinds die val uit mijn boomhut, altijd elf gebleven ben. Dat mag zeker zo blijven! Ik hoop dat mijn opengebarsten fontanel nooit dichtgroeit. Zo kan ook jij lekker mee kopje onder duiken in al die keutelspannende, slappelachgrappige en vlinderfladderige avonturen die bruisend mijn broeiende compostkop binnenstromen.”
Werk
Het ei van oom Trotter verschijnt in 1987 en is sindsdien uitgegroeid tot een klassieker. Sinds zijn debuut volgen de boeken van Marc De Bel elkaar in snel tempo op. Hij schrijft over doodgewone kinderen zoals Blinker, over fantasiewezens zoals de Boeboeks, over (vermenselijkte) dieren zoals Spekkie en Spikkel… Marc De Bel schrijft verhalen, strips, scenario’s en theater, en richt zich zowel op kinderen als op jongeren.
De boeken van Marc De Bel zijn avontuurlijk, fantasierijk en grappig. Humor is erg belangrijk voor hem. “Kinderen de slappe lach bezorgen, is het liefste wat ik doe,” zegt hij. Zijn fantasie is grenzeloos. Hij mengt de realiteit met sprookjeselementen en absurde hersenspinsels tot een specifieke, eigen cocktail.
Zijn personages – of het nu mensen, dieren of fantasiewezens zijn – zijn vaak avontuurlijke deugnieten. Op school zijn ze misschien niet de primus, maar in hun vrije tijd weten ze zich bijzonder goed te redden en pakken ze problemen zonder aarzelen aan. Ze zijn eigenwijs en laten zich niet zomaar de les spellen.
Marc De Bel is een groot dierenvriend, en met zijn fantasiewezens de Boeboeks komt hij op voor het milieu. Ook bijvoorbeeld Blinker en de Blixvaten gaat over milieubescherming. Andere actuele thema’s komen evenzeer geregeld aan bod. Zo gaat zijn jongerenroman Yoro over corruptie en machtsmisbruik in de voetbalwereld, en gaat het fantasievolle De vitamientjes van oma Anabola over hormonen.
De boeken van Marc De Bel lezen als een trein. Hij heeft een heel eigen taalgebruik, gebruikt graag woordspelingen en neologismen en is niet bang om zogenaamde vieze woorden te gebruiken – zoals bijvoorbeeld bij het boek Protpark Bibaloeba.
Marc De Bel zegt van zichzelf dat hij altijd 11 gebleven is. In zijn werk kiest hij altijd de kant van kinderen. Sympathieke volwassenen mogen zijn jonge personages helpen, vervelende volwassenen daarentegen worden resoluut belachelijk gemaakt. Marc De Bel weet wat kinderen willen. “Ik gaf twintig jaar les in de lagere school. Om te leren hoe kinderen in mekaar zitten,” schrijft hij op zijn website. Daarvoor wordt hij ruim beloond: Marc De Bel is één van de vaakst door kinderjury’s bekroonde Vlaamse auteurs.
Een aantal van de boeken van Marc De Bel zijn verfilmd, bijvoorbeeld Blinker en de bakfietsbioscoop, Blinker en het BagBag-juweel, en De zusjes Kriegel. Zijn boeken zijn vertaald naar onder meer het Engels, Frans, Duits, Deens, Italiaans, Japans en Pools.