Een nieuwe stam ontdekt in het regenwoud op de grens tussen Brazilië en Peru. Het klinkt als Jommeke. Het woord ontdekken is misschien niet gepast. Kan de ene mens de andere ontdekken? Tegelijk is het wat klef om over een ontmoeting te spreken. Enfin. Wat kan de rest van de wereld het best doen met zo’n stam? Ze volledig met rust laten en onmiddellijk stoppen met het kappen van dat regenwoud (dat laatste sowieso). Gaan we uit van een idyllisch plaatje; een stam die in een soort van harmonie leeft met de natuur. Primitief maar gelukkig. Of is het leven er minder aangenaam, valt het er niet mee om elke dag aan eten te komen, hebben ze ziektes waarvoor er elders in de wereld medicijnen bestaan, …? Ik kom er niet meteen uit. Nu ze ontdekt zijn, kan de deur niet zomaar terug dicht. Ik vrees dat ze binnenkort een cameraploeg op hun dak krijgen. En maar iets later een gezin of een troepje bekende koppen die mooi passen in een wilde format. Hopelijk (!) wordt iedereen daar dan beter van.
Interview. Waarom ik schrijf? Hoe een verhaal ontstaat? Wat een boek literair maakt? Of het waar is dat sommige juryleden ook de beste schrijvers zijn? (nee) Is het lastig om van een prentenboek naar 10+ en dan weer naar een voorleesboek te gaan? En waarom niet? Valt het mee om meestal alleen te werken? Of het hard werken is? …
Volgende week gaat Pieter op sprookjesklassen. Speciaal daarom werden er vandaag sprookjes voorgelezen in zijn klas. Ik koos voor de Bremer Stadsmuzikanten van de gebroeders Grimm. Net als vele andere van hun verzinsels is het een merkwaardig verhaal. Vier dieren die noodgedwongen samen op pad gaan, een bende rovers verjagen en vervolgens lekker lui kunnen leven. Hoe zou Iris reageren als ik in m’n volgende verhaal een arm jongetje opvoer dat wordt verkocht aan een wolf, en dat jongetje weet later te ontsnappen omdat hij van een prinses een gouden erwt kreeg. Nadien wordt hij uiteraard koning. Maar merkwaardig of niet, toch maar knap dat zo’n verhaal al die jaren blijft meegaan. Hoe groot is de kans dat er iemand over 200 jaar een verhaal van mij zal voorlezen? (en maakt dat wat uit?)
15 kilometer in de benen. Fles rode wijn. Vrijdagavond.